Disneyficatie van de binnenstad?

 

Stille nacht, heilige nacht? Niet als je in de buurt van een kerstmarkt in het stadscentrum woont - Maarten Gheysen- Stedenbouwkundige en architect (KU Leuven)- 11 12 2025

Even ronddolen op een kerstmarkt in het centrum van de stad en je weet het, schrijft: hier wringt het dagelijkse leven van de woonstad op alle mogelijke manieren met de spektakelstad.

Welke stad willen we? Die vraag flitste door mijn hoofd toen ik las over de Gentse Winterfeesten die buurtbewoners slapeloze nachten bezorgen. Toen een moeder na middernacht vroeg om de muziek stiller te zetten omdat haar kinderen niet konden slapen, ontaardde dat in een fysieke aanvaring. Het zoveelste incident met buurtbewoners die hun nachtrust verstoord zien door een kerstmarkt, feest of lichtspektakel. Een banale ruzie die een breuklijn blootlegt tussen verschillende soorten stedelijkheid: die van de bewoner op zoek naar een goede woonomgeving en die van de bezoeker op zoek naar plezier. Die komen steeds meer in conflict.

Na een periode van teloorgang en stadsvlucht besloot de Vlaamse overheid in 2002 om met het stedenbeleid de stad nieuw leven in te blazen. Systematische investeringen in stedelijke projecten van hoge kwaliteit geven na meer dan twintig jaar, want zo lang duurt het in stedenbouw, de verwachte resultaten. De stadsvlucht lijkt gestopt, het inwonertal van de Vlaamse centrumsteden stijgt, zelfs met krapte op de woningmarkt tot gevolg. Onze steden zijn toeristische trekpleisters geworden.

Iedereen tevreden? Ik dacht het niet. Achter die successen zit de vraag welke soort stad we willen. De stad als aantrekkelijke woonplek? Of de stad als plaats van consumptie en recreatie, een vereenvoudigde en commercieel aantrekkelijke spektakelstad zoals Sharon Zukin bedoelde toen ze in 1996 sprak over de “Disneyficatie” van onze steden? Een stad die veilig, gecontroleerd en gemakkelijk consumeerbaar entertainment biedt aan een groot publiek en aan toeristen?

Wandelend over de Gentse Korenmarkt kan ik alleen maar verwonderd toekijken hoe tussen de kerstmarkt door bewoners, toeristen, studenten, fietsers, witte bestelwagens, taxi’s, bussen en trams hun plek proberen te veroveren in een ‘shared space’, nog zo’n wonderconcept dat alles zou oplossen. Op plekken als deze wringt het dagelijkse leven van de woonstad op alle mogelijke manieren met de spektakelstad.

 

Betogen of kerstshoppen

Disneyficatie is meer dan spanning tussen bewoners en bezoekers, ze ontdoet de stedelijke ruimte ook van haar politieke betekenis. Het recht van een individu om zich politiek te uiten in de publieke ruimte, bijvoorbeeld, is niet te verenigen met de voorspelbaarheid en de commercialisering van de spektakelstad. De wekelijkse bijeenkomst van de pro-Palestijnse betogers aan het stadhuis van Antwerpen moest plaatsmaken voor de opbouw van de kerstmarkt. De door het stadsbestuur voorgestelde alternatieve locatie aan Het Steen bleek te afgelegen voor de actievoerders (DS 11 november).

De opeenvolging van evenementen in de stad is niet nieuw. Al in de jaren 70 gaf de Raad van Europa aanbevelingen om de publieke ruimte te animeren en zo de saaiheid van de moderne stad te doorbreken. De stad is inderdaad meer dan een functionele ruimte. Verwondering en ontdekking, twee cruciale elementen voor de spelende mens in ieder van ons, zijn erg belangrijk in de stedelijke beleving. We houden meer van kronkelende steegjes dan van rechte straten. Meer dan 20 jaar stedenbeleid heeft ons geleerd dat placemaking cruciaal is om de ruimte om te vormen tot betekenisvolle plekken die sociale interactie stimuleren, economische ontwikkeling bevorderen en bewoners en bezoekers zich thuis laten voelen in de stad. Veel steden in Vlaanderen slagen daar wonderwel in.

Het is dan ook pijnlijk om te zien hoe Buda Beach in Kortrijk, een plaats die ik mee ontwierp en die de favoriete plek in de stad van veel Kortrijkzanen is geworden, elk jaar letterlijk wordt kapotgereden tijdens een cyclocross-event. Na het spektakel wordt het park weer geëffend en het gras opnieuw ingezaaid. Maar in de winter groeit het gras maar traag terug en zo blijft één weekend spektakel voor maanden hinder zorgen.

 

Voedselwoestijnen

De spektakelstad brengt inderdaad meer mensen op de been, maar is op de lange termijn niet houdbaar. Niet alleen is er de enorme concurrentiestrijd tussen steden, die elkaar bekampen met een constante stroom van nieuwe en betere en grotere en duurdere evenementen. Die moeten zo veel mogelijk volk lokken, in de hoop dat de lokale horeca en handel daarvan profiteren.

Alleen is die horeca en handel wel heel specifiek. Het gaat niet over een buurtcafé of een lokale slager, wel over hippe koffiezaken en het zoveelste filiaal van een internationale keten. Een voor een moeten de lokale slagers en bakkers plaatsmaken voor broodjeszaken, koffiebars of Leffecafés. Experts spreken bezorgd over “voedselwoestijnen”, plekken waar gezonde, betaalbare voeding nauwelijks nog te vinden is. Het gaat dan al lang niet meer alleen over afgelegen dorpjes in de Westhoek, maar ook over onze eigen binnensteden, waar een filiaal van Hawaiian Poké Bowl de lokale kruidenier heeft weggeduwd.

Beleidsmakers houden die economie op steroïden kunstmatig in stand met de Disneyficatie van de binnenstad. Ze maken er een artificiële plek van, gericht op ontspanning en consumptie. Zo wordt die stad stilaan onleefbaar voor haar bewoners. Het wordt toch tijd om dat debat te voeren. Anders dreigt de mooie renaissance van onze binnensteden verloren te gaan in de banaliteit van het zoveelste spektakel.